Is een lithium-ion batterij een gevaarlijke stof?
Ja. In het Activiteitenbesluit en het Besluit omgevingsrecht (Bor) staat de volgende definitie voor gevaarlijke stoffen: "Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer conform het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de International Maritime Dangerous Goods Code".
Bij lithium-ion batterijen gaat het om de volgende UN-codes: 3480, 3481 of 3536. Lithium-ion batterijen staan in het ADR in paragraaf 2.2.9.1.7. Daarin staan voorwaarden aan het vervoer van de batterijen. Dit betekent dat ze onder de definitie van gevaarlijke stof uit het Activiteitenbesluit en het Bor vallen.
Noot: Bijzondere bepaling 188 van het ADR sluit batterijen uit van het ADR als ze aan bepaalde voorwaarden voldoen. Omdat de bepaling voorwaarden stelt aan het vervoer, is het mogelijk een batterij dan toch aan te merken als een gevaarlijke stof. Er is hier nog geen consensus over.
Wat zijn de risico's van opslag van de lithium-ionbatterijen?
Het meest waarschijnlijke scenario van een lithium-ionbatterij is dat deze opwarmt. Opwarming leidt al snel tot een situatie waarbij de reactie zichzelf versnelt (Thermal runaway). Dit kan meerdere oorzaken hebben. Het kan komen door:
- een productiefout
- impact als gevolg van vallen
- impact als gevolg van een aanrijding (tijdens het transport)
- overladen
- een te hoge bedrijfstemperatuur
Wanneer één van de batterijen tot ontbranding komt, is het lastig om deze brand te blussen. Andere batterijen kunnen ook betrokken raken of tot een thermal runaway overgaan. Zo'n brand kan gedurende lange tijd (meerdere uren tot dagen) woeden. Bij deze brand komen naast hitte ook giftige stoffen vrij (onder andere waterstoffluoride en lithiumhydroxide).
Bron: Handreiking Opslag Li-ion energiedragers (accu's en batterijen)
Moeten lithium-ionbatterijen opgeslagen worden volgens de PGS 15?
Nee, de PGS 15 geldt niet voor accu's en dus ook niet voor lithium-ion batterijen. De lithium-ion batterijen zijn wel een gevaarlijke stof en behoren tot ADR-klasse 9. ADR-klasse 9 valt onder de eisen zoals genoemd in paragraaf 4.1.1 van het Activiteitenbesluit: de opslag van gevaarlijke stoffen in verpakking. Maar de Activiteitenregeling en de PGS 15 geven aan dat van ADR-klasse 9 alleen de stoffen met classificatiecode M6-M7 binnen het toepassingsgebied van de PGS 15 vallen. Lithium-ion batterijen hebben een classificatiecode M4.
Artikel 4.1 van het Activiteitenbesluit is wel van toepassing. Dit betekent dat bij opslag van meer dan 2.500 kg een veiligheidsafstand van 20 meter geldt. Die afstand valt te verkleinen tot 8 meter als de opslag plaatsvindt in een brandcompartiment. De uitzondering van lid 4 geldt niet, omdat lithium-ion batterijen brandbare gevaarlijke stoffen zijn.
Kan met maatwerk de opslag onder het Activiteitenbesluit geregeld worden?
Lithium-ion batterijen zijn wel een gevaarlijke stof en opslag ervan valt daarmee onder paragraaf 4.1.1 van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling (als geen vergunningplicht geldt). De opslag van lithium-ion batterijen is uitgezonderd van de PGS 15. Maar het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling bieden in paragraaf 4.1.1 het bevoegd gezag de mogelijkheid maatwerkvoorschriften te stellen. Opslag van gevaarlijke stoffen is namelijk niet uitputtend geregeld in artikel 4.1 van het Activiteitenbesluit.
Bij maatwerk kan het bevoegd gezag voorschriften uit de PGS 15 gebruiken. Een overzicht van relevante voorschriften kunt u vinden in deCirculaire risicobeheersing lithium-ion energiedragers en de Handreiking Opslag Li-ion accu's en batterijen.
In het geval van een "thermal runaway" komt de batterij tot ontbranding. Bij deze brand is de batterij op dat moment zelfvoorzienend in zuurstoftoevoer. De enige maatregel hiertegen is koeling die meestal moet gebeuren door de brandweer. Om die reden moet de locatie goed bereikbaar zijn. Bij het vaststellen van de maatwerkvoorschriften is aandacht voor deze punten van belang.
Geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) voor de opslag van lithium-ion batterijen?
Ja, bij de opslag van lithium-ion batterijen in hoeveelheden van meer dan 10.000 kg in een opslagvoorziening is meestal het Bevi van toepassing. Het Bevi hanteert een andere definitie van gevaarlijke stof dan het Activiteitenbesluit en het BOR, die niet zijn basis heeft in het ADR. De lithium-ion batterij is een gevaarlijke stof onder het Bevi.
In artikel 2, lid f van het Bevi ligt vast wanneer verpakte gevaarlijke stoffen onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen.
Lithium-ion batterijen zijn brandbaar en daarmee vallen ze onder de definitie van brandbare gevaarlijke stoffen in het Bevi. De meest voorkomende lithium-ion batterijen hebben als elektrolyt lithiumhexafluorfosfaat en bevatten dus fluorverbindingen. Ook komen batterijen voor met onder andere chloor- en zwavelhoudende verbindingen. Hierdoor zijn ze in de zin van het Bevi brandbare gevaarlijke stoffen met fluor-, chloor-, broom-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen. In dat geval is het eerste lid van artikel 2f van toepassing. Dit betekent dat bij opslag van lithium-ionbatterijen in hoeveelheden van meer dan 10.000 kg in een opslagvoorziening het Bevi van toepassing is. Bijlage B3.5 van de Circulaire risicobeheersing lithium-ion energiedragers gaat in op de externe veiligheidsafstanden. Batterijenopslag valt niet onder de werkingssfeer van de PGS-15. Er is daarom voor batterijopslag geen onderbouwde relatie tussen de afstanden uit de Revi-tabel. Het bevoegd gezag moet de externe veiligheidsafstanden op basis van maatwerk vaststellen. De veiligheidsregio kan hierbij als adviseur worden geraadpleegd. Ook de mening van de initiatiefnemer kan hierbij worden betrokken.
Is (tijdelijke) opslag van lithium-ion batterijen vergunningplichtig?
Ja, maar alleen als er meer dan 10.000 kg aan lithium-ion batterijen aanwezig is. De opslag van meer dan 10.000 kg valt namelijk vaak onder het Bevi (zie hierboven). Voor Bevi-inrichtingen geldt op basis van het Besluit omgevingsrecht, bijlage 1 onderdeel B onder 1a dat er sprake is van vergunningplicht.
Relevante ontwikkelingen
Voor de opslag tot 10.000 kg lithium-ion batterijen zijn er op dit moment nog geen eisen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling beschikbaar. Het bevoegd gezag kan op basis van zorgplicht maatregelen voorschrijven. Voor de (tijdelijke) opslag van meer dan 10.000 kg is meestal sprake van vergunningplicht en moet het bevoegd gezag voorschriften aan een vergunning verbinden. PGS 15 sluit batterijen expliciet uit en er is (nog) geen PGS voor de opslag van lithium-ion batterijen.
Toekomstige ontwikkelingen
Dit zijn de toekomstige ontwikkelingen:
- Voor de opslag van lithiumhoudende batterijen komen in het Besluit activiteiten leefomgeving algemene regels. Het Bal bepaalt ook wanneer er sprake is van een vergunningplichtige activiteit. Het Bal treedt samen met de Omgevingswet volgens de huidige planning in januari 2024 in werking.
- Voor de opslag van lithiumhoudende batterijen wordt een PGS-richtlijn opgesteld.Deze PGS 37-2 wordt naar verwachting in 2023 vastgesteld. Het BAL gaat dan naar verwachting medio 2024 naar de PGS 37 verwijzen.
- Een circulaire legt het interimbeleid uit voor de periode totdat de nieuwe regelgeving (Bal) in werking treedt. De circulaire is een leidraad die het bevoegd gezag kan hanteren bij besluitvorming rondom de opslag van batterijen. De circulaire is op 1 juli 2020 in de Staatscourant gepubliceerd.